Bij de herhalingstest volgens EN 50699 of EN 50678 (voorheen VDE 0701/0702) kunnen er foutmeldingen optreden door de gebruikte apparaattester. Vaak gaat het hierbij om kabeltrommels met een stand-by-indicator of stekkerblokken met een verlichte schakelaar.
Belangrijk om te weten: deze gloeilampen of leds vormen een elektrische verbinding (verbruiker) tussen L en N met een bepaalde weerstand.
Als de apparaattester is uitgerust met een geautomatiseerde testsequentie voor verlengsnoeren en deze testsequentie wordt toegepast op producten met een stand-by-indicator of verlichte schakelaars, kan dit leiden tot verkeerde interpretaties van de metingen en dus tot foutmeldingen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een isolatiemeting niet alleen tussen L/N en PE wordt uitgevoerd, maar ook tussen L en N. Of wanneer een doorgangstest van L en N met behulp van een meetlus aan de uitgang onverwacht reageert op de lamp/led.
Onze aanbeveling voor dergelijke gevallen: voer de tests op dergelijke apparaten met stand-by-indicator of verlichte schakelaar niet uit met een geautomatiseerde testsequentie voor verlengsnoeren, maar selecteer de geschikte tests volgens EN 50699 of EN 50678 achtereenvolgens handmatig en houd daarbij rekening met de lamp/led als elektrische verbinding (verbruiker) tussen L en N.