CO-melders zijn waarschuwingsapparaten voor koolmonoxide (CO). Koolmonoxide is een gevaarlijk ademhalingsgif dat wordt geproduceerd door de onvolledige verbranding van brandstoffen die koolstof bevatten. Oorzaken kunnen onder andere technische defecten zijn, maar ook verstopte uitlaatpijpen van gaskachels, oliekachels of open haarden. CO-detectoren meten de gasconcentratie en slaan alarm zodra deze een kritische waarde overschrijdt, omdat CO bij hoge concentraties binnen zeer korte tijd dodelijk is. Koolmonoxide kan echter niet worden gezien, geroken of geproefd. In geval van nood kunnen de apparaten levens redden. Daarom is het raadzaam om CO-melders te installeren.
In tegenstelling tot de CO-detector wordt een CO2-meetapparaat gebruikt om de luchtkwaliteit in gesloten ruimtes te controleren. De concentratie kooldioxide (CO2) wordt gemeten. Kooldioxide wordt bijvoorbeeld geproduceerd tijdens de ademhaling en is een natuurlijk bestanddeel van de lucht. Te hoge concentraties kunnen worden geëlimineerd door regelmatig te ventileren. Consumenten kunnen weten wanneer dit nodig is door CO2-detectoren te gebruiken, ook wel CO2-verkeerslichten genoemd. Het resultaat van de meting wordt visueel weergegeven en er klinkt een alarmsignaal wanneer een kritische waarde wordt bereikt. Het gebruik van CO2-meetapparatuur is vooral aan te raden als er veel mensen in gesloten ruimtes zijn. Typische toepassingsgebieden zijn daarom kantoren, scholen, onderwijs-, seminar- en conferentieruimten.